jij-op-je-best-afbeelding

Ik dacht zoals Pipi Langkous: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’

Zo startte ik als directeur op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Dat was 15 jaar geleden mijn eerste ervaring met leidinggeven. Buiten en binnen het onderwijs had ik al diverse banen gehad en dus goed om mij heen gekeken, maar leidinggeven had ik zelf nog nooit gedaan en ook de doelgroep was nieuw voor mij. 

De zoektocht

Van tevoren had ik nooit kunnen vermoeden dat dit het begin was van de grote zoektocht naar mijzelf, en ik kwam met vallen en opstaan steeds helderder in beeld. De grote vragen waren in beginsel: Wie ben ik als leidinggevende? Wat heb ik te bieden? Wat doen verwachtingen van anderen met mij? Waar liggen mijn grenzen? En als belangrijkste: Ga ik daar dan ook voor staan?

Mijn geluk was dat ik startte met een geweldig team met collega’s die een enorm groot hart hadden voor de kinderen, met heel veel creativiteit en organisatietalent. Hadden zij leiding nodig? Iemand die hen ging vertellen wát ze moesten doen en hóe ze dat moesten doen? Absoluut niet! Dat wisten zij beter dan ik.

Wat ze wel nodig hadden, was iemand waarmee ze konden klankborden, die de verschillende neuzen binnen het team weer in een richting bracht en die bepaalde organisatorische en kwalitatieve kaders neerzette, waaraan zij zekerheid ontleenden.

Heel interessant was dat, waar ik dat niet had, mijn collega’s wél een vaststaand beeld hadden van wat een leidinggevende moest doen en hoe deze moest acteren. De momenten dat ik mij niet gedroeg zoals een ‘leidinggevende’ zich in hun ogen hoorde te gedragen, werden er grote vraagtekens geplaatst bij mijn professionaliteit.

Dat hoor jij te doen.

Zo was Sinterklaas in aantocht en het feest werd door het team voorbereid. Uiteraard kwam de goede man ook bij ons op school zijn neus laten zien. Op iedere school die ik ken en dus ook hier, is het de gewoonte dat de directeur van de school Sinterklaas ontvangt, maar voor mij voelde dit absoluut niet goed.

Onrust in de tent: ‘Dat hoor jij te doen! Jij bent de baas, de directeur en dus de vertegenwoordiger van onze school. Zo hebben we het altijd gedaan. Iedereen verwacht dit van je.’ 

Hoe harder ze riepen, hoe duidelijker de ‘nee’ in mij. Waar kwam die vandaan? Hier begon de zoektocht in mijzelf. Een totaal eerlijk zijn over mijn overwegingen. 

Mijn eerste conclusie was: Sinterklaas is een kinderfeest. Voor de kinderen vaak een spannend feest, zeker als hij met al zijn toeters en bellen ineens voor je staat. De meest veilige situatie voor de kinderen was in mijn ogen dat zij begeleid werden door hun vaste leerkrachten, die hen van haver tot gort kenden en altijd als veilige basis aanwezig waren.

Hoe helder ik het ook probeerde te brengen, het leverde veel onbegrip op bij de leerkrachten en volgens mijn collega’s onttrok ik mij aan mijn taak als directeur.

Vaak, en ook nu, betekent weerstand dat iets niet helemaal zuiver is. Ik was kennelijk nog niet tot de kern gekomen en na nog iets dieper graven kwam het belangrijkste inzicht:

Geen eigenzinnigheid

Ik ben niet een leidinggevende die zich op de voorgrond plaatst en heb geen enkele ambitie om gezien te worden als ‘de directeur’. Nu had ik een keuze: trouw blijven aan dit gevoel in mijzelf, of toegeven aan de wens en gewoontes die gangbaar zijn.

Ik heb ervoor gekozen trouw te blijven aan mijzelf. Waarom? Omdat dat de enige juiste richting is. Dit heeft niets met eigenzinnigheid te maken, maar met het volledig nemen van de verantwoordelijkheid van je keuze. Dus niet: zak lekker allemaal in de stront, ik doe niet mee. Maar het gesprek aangaan over jouw keuze, waarom je die neemt en het belang van trouw zijn aan jezelf. Dit is niet makkelijk en vraagt om veel moed en doorzettingsvermogen. Mensen gooien gewoontes niet zomaar overboord en dat is vaak maar goed ook.

Ik ontving Sinterklaas niet. Twee geliefde collega’s deden dit wel, én hoe! De kinderen hadden een prachtige dag. Het volgende jaar was er geen discussie. Iedereen kende mijn standpunt. Nog belangrijker, de collega’s die de ontvangst van Sinterklaas deden vonden het erg leuk en het ging hen heel goed af. Zij stonden volledig in hun kracht.

Begeleiderschap

Dit is een van de belangrijkste ervaringen die mij geleerd heeft dat leiderschap over jouzelf gaat. Leiderschap over andere mensen is onmogelijk. Andere mensen kun je wel begeleiden. Daarom noem ik wat wij in deze maatschappij ‘leiderschap’ noemen: begeleiderschap.

Als leidinggevende begeleid je jouw collega’s in het werken conform de doelstellingen die de organisatie gesteld heeft. In de begeleiding staat voorop dat je jouw collega’s begeleidt in hun persoonlijke groei. Waar zijn mensen goed in en welke dingen kunnen mensen beter niet doen, of hebben zij hulp bij nodig? Om dit als leidinggevende goed te kunnen doen, heb je een groot bewustzijn van jezelf nodig. Waarom? Omdat je anders jouw krachten en valkuilen gaat verwarren met die van de ander. Je kunt een ander pas echt zien en begeleiden als je jezelf door en door kent.

Leidinggeven is een vak, met als belangrijkste competentie: zelfkennis.

Leiderschap vraagt om bewustzijn van wie jijzelf bent, wie de ander is én hoe je samen kunt bewegen.

Be-ge-leiderschap